Woontypetoets als brug naar de toekomst

13 November 2016

Na het project Molenbergpark heeft de gemeenteraad dit jaar met een wisselmeerderheid een tweede bouwdossier afgekeurd. Het eerste doordat de appartementen te hoog waren (4 verdiepen met teruggetrokken verdiep), het andere omdat de grondgebonden woningen te klein waren (het kleinste perceel was 129 m²). Groen wil weg van populisme en onduidelijkheid en pleit voor transparantie met de invoering van een woontypetoets. Stadsvernieuwing is te lang nattevingerwerk geweest. Voor elk goed voorbeeld is er een slecht te vinden. Dat komt niet door kwaad opzet, maar inzichten veranderen en zo is elke wijk een kind van haar tijd. We zijn met de volledige gemeenteraad er al in geslaagd om na een goed democratisch debat eenparig een flexibel kader te scheppen waarin we kleuren, bouwhoogtes, gevelbreedtes, dakvormen, edm van appartementen in het centrum vastleggen. Het moet dus mogelijk zijn om een woningtypetoets in het leven te roepen die eigenaren en projectontwikkelaars vooraf duidelijkheid geeft waar grondgebonden woningen of meersgezinswoningen mogelijk zijn. Die zorgt er nu al voor dat iedereen in Kortrijk en Gent transparant op basis van een zestal eenvoudige vragen (omgeving, vorm perceel, ?) zelf kan achterhalen welk type woning op welke plaats past. Ruimte kan je maar één keer gebruiken. De taart van 30 km² die Eeklo groot is moet je dus verdelen in woongebied, bos, parken, pleintjes, wegen, ? Een gemeenteraadslid die roept dat Eeklo wordt volgebouwd en tegelijk pleit voor percelen van minimaal 400 m² bekt misschien best lekker maar mist even veel sérieux als de geluidsnorm voor festivals op het niveau van een doorspoelend toilet leggen. Indien zo'n ijverig gemeenteraadslid het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen even zou googlen, en daarin het trefwoord 'dichtheid' volgen, komt hij al snel op p 361 waar staat: "

Voor de stedelijke gebieden is een na te streven woningdichtheid van minimaal 25 woningen per hectare - uitgedrukt op een ruimtelijk samenhangend geheel- als een stedelijke dichtheid te beschouwen." Een heel eenvoudige rekensom van 25 x 400 leert dat een hectare waar percelen minimaal 400 m² groot zijn er geen ruimte is voor wegen, parkeerplaatsen of een (speel)pleintje. Als er iets Eeklo vol zou bouwen zijn het dus (nieuwe) percelen van minstens 400 m² en niet die van 129 m². De enige twee oplossingen hiervoor zijn het delen van ruimte en/of verticaal denken. Een prachtig voorbeeld van ruimte delen is parkeerplaatsen van banken, bedrijven of winkels na sluitingstijd verhuren aan bewoners. Het is ook mogelijk om in de plaats van een wijk waarin iedereen 200m² tuin heeft, de helft hiervan in te kleuren als park. Zo heeft iedereen naast 100m² tuin ook een park of plein van 1000m² naast de deur.

Dat je enkel kwaliteitsvol kan wonen op grote percelen is een dogma dat al meer dan een decennium gedateerd is. Nooit zou ik de bewoners van het Zonneheem "paupers" durven noemen en toch wonen zij op appartementen van ongeveer 40m² (817,50 x 575 cm) met een terras van 9m² (817,50 x 110 cm). Mobiliteit wordt niet door privaat autobezit, maar door een publiek busje van 'Vervoer op maat' voorzien. Koken en eten kan samen, en in de gemeenschappelijke ruimtes kunnen mensen elkaar ontmoeten. Het centrum is dit jaar 30 jaar oud, en is voor mij meer dan ooit hét woonproject van de toekomst. Het concept is misschien niet voor iedereen weggelegd, maar een steeds grotere groep van alleenstaanden van alle leeftijden snapt de voordelen van cohousen, samenhuizen of kangoeroewonen.

Ghetto, armtierig, kazernes,? voor de één.  Betaalbare woningen voor starters en alleenstaanden voor de ander. Het is die clash die ervoor kan zorgen dat er de laatste 2 jaar van deze legislatuur niets meer verandert . Niemand heeft daar baat bij. Niet deze meerderheid, niet de volgende, en zeker niet de mensen die in Eeklo een (betaalbare) woning willen kopen. Maatschappelijk debat is goed, maar als Eeklo vooruit wil dan wordt het dringend tijd voor een andere politieke cultuur die zich niet vastklampt aan politieke spelletjes of haar eigen gelijk. Enkel met voldoende politieke volwassenheid heeft het democratisch debat kans op slagen en zal Eeklo eindelijk afstand kunnen nemen van die permanente loopgravenoorlog. Er is zo veel mogelijk indien we wat meer naar elkaar toegroeien in plaats van hopeloos energie te verliezen met elkaar proberen te overtuigen. Maar dan is er wel een minimum nodig aan correctheid, professionaliteit en transparantie. Dat klinkt misschien allemaal bijzonder naïef, maar het is juist wat de politiek nodig heeft om haar geloofwaardigheid terug te winnen.

Correctheid wil zeggen dat je als politieker moet durven nuanceren, maar als het moet ook durven verschillen van mening met mensen die je aanspreken. Op dit moment staat dat mijlenver van partijen die zieltjes werven door van deur tot deur rond te gaan met bezwaarschriften en dergelijke die je eenvoudigweg moet ondertekenen. Je ziet ook weinig correctheid als een niet-omwonend gemeenteraadslid aanwezig is op een inspraakvergadering om wat olie op het vuur te komen gooien. Het kleinste kind begrijpt dat al die opjutting het onmogelijk maakt om ooit naar elkaar te groeien. Wil inspraak écht werken dan is er een zekere terughoudendheid nodig zodat beleidsmakers uit de ongefilterde mening van mensen constructief (deel)oplossingen kunnen zoeken. 

Bob D'Haeseleer